Fiordland, wildlife, roadtrip, woofen

16 april 2014 - Queenstown, Nieuw-Zeeland

Ik ben al ongeveer een maand in het diepe zuiden van het zuider eiland. Het komende verhaal laat hopelijk zien waarom.
Queenstown is de uitvalsbasis om "the deep south" te verkennen. Het is eigenlijk een hele kleine plaats maar is super populair bij toeristen. Het heeft zichzelf benoemd tot "adventure capital of the world" en het is wel duidelijk waarom. De eerste bungyjump ooit was hier, er zijn tal van wateractiviteiten (je kan geen foto van het meer maken zonder dat er iemand voorbij paraglide of dat er een boot die denkt dat hij een haai is voorbij vaart) en ga zo maar door. Ik vind het nogal een hype. Hoe dan ook, het was tijd om verder te gaan. De reis ging naar het gigantische Fiordland National Park. De naam doet het al vermoeden, er zijn daar fjorden! En je dacht dat ze die alleen in Noorwegen hadden. De boottocht door de Milford Sound was absoluut een van de hoogtepunten van mijn reis. Varen naast bergen die meer dan een kilometer recht omhoog gaan. Zoek maar op youtube naar Ata Whenua voor een voorproefje van een film over het gebied. We hadden gelukkig een zonnige dag, want het regent daar zo'n 300 dagen per jaar.
Dit gebied is ook het epicentrum voor wandelaars. Drie van de negen great walks die Nieuw-Zeeland telt bevinden zich dicht bij elkaar. Een great walk duurt meestal drie of vier dagen, waarbij je in basic hutten kan slapen of kan kamperen. Ik heb een eendaagse wandeling gedaan vanuit Te Anau op het Keppler Track. De dag begon bewolkt maar we liepen eerst in een bos dus er was toch geen uitzicht. De bossen zijn ook erg mooi en de grond is bedekt met een dik tapijt van mos. Eenmaal boven op de berg begon het op te klaren en werden we beloond met een mooi uitzicht.

De volgende dag ging de reis naar Invercargill, een vrij grote stad helemaal in het zuiden. Als je ooit naar Nieuw-Zeeland gaat kun je dat overslaan! Niks te zien en een lelijke plaats. Maar gelukkig zijn de Catlins in de buurt, een gebied aan de kust met veel ruige stranden en zeehonden en -leeuwen. Als je geluk hebt zie je dolfijnen. Wij hadden geen geluk. Later die dag pakte ik de veerboot naar Stewart Island. Dit is een eiland ten zuiden van het zuider eiland dat bekend staat om de vele kiwi's en andere inheemse vogels die er in het wild te zien zijn. Ik heb fanatiek de vogelaar uitgehangen en veel vreemde vogels gezien, maar zelfs na twee avonden in het donker zoeken heb ik geen kiwi gezien.

Terug op het grote eiland ging de reis terug naar Queenstown. Hiervandaan heb ik voor het eerst een stuk gelift. Er gaat geen bus naar Glenorchy en ik wou het liften ook wel eens uitproberen. Nieuw-Zeeland staat bekend als een goed liftland. Na vijf minuten had ik een lift dus dat ging prima! Glenorchy ligt aan de kop van het Wakatipu meer en is de locatie voor meerdere LOTR-scenes. Ik heb een mountainbike gehuurd en naar Paradise gefietst. Dit is een gehucht met een paar boerderijen maar het uitzicht was geweldig in het berglandschap.

Tussen al dit natuurschoon van de laatste weken heb ik ook nog veel leuke mensen ontmoet. Terug in Queenstown ging ik met Claire en Joanne uit resp. Engeland en Noord-Ierland een auto huren om naar Dunedin te gaan. Lekker roadtrippen en vrijheid om heen te gaan waar je zelf wilt. Dunedin is een stad met zowaar wat mooie, oude gebouwen. Voor mij was dat een verademing na al die lelijke, auto-gedomineerde schaakbordsteden door het land. Maarja, het is een jong land, dan krijg je dat. Tot zover mijn geografische analyse. Dunedin wordt ook wel DUNedinburg genoemd omdat het vooral Schotten waren die zich hier vestigden in de beginjaren. In het museum kon je je verkleden en een kilt staat me best goed al zeg ik het zelf. We hebben ook nog een rondleiding gehad in een chocoladefabriek. Ook heb ik de stijlste straat ter wereld op gelopen. En er staan gewoon huizen langs met een stijgingspercentage van 38%. Niet ver van de stad heb je mooie stranden en hier hebben we zeeleeuwen gezien en de zeldzame yellow eyed penguin. Mooie beesten.

Ik was ondertussen ook op zoek naar werk. Dat vond ik niet maar wel vond ik een woofplek. Dit is werken voor kost en inwoning. Het was op een grote boerderij in de buurt van Glenorchy (waar ik een week eerder nog was). Het was een aardig gezin met een dochter die fanatiek paardrijdt. Ik heb allerlei klusjes gedaan waar ze zelf niet aan toe kwamen, of geen zin in hadden. De balken waar de paarden overheen springen verven, walnoten rapen, onkruid wieden in de moestuin, grasmaaien. Het mooiste was toch wel het schoonmaken van het slachthuis en de met dode vliegen bezaaide muren voorzien van een nieuw likje verf. Maar ik heb me prima vermaakt en wat van het boerenleven meegemaakt. Op mijn vrije dag heb ik een deel van een andere great walk gelopen, the Routeburn Track. Deze was echt geweldig met meren op grote hoogte en uitzichten over met gletsjers bezaaide bergtoppen. Vandaag was mijn laatste dag op de boerderij en ik ben weer terug in Queenstown. Vanaf nu gaat het allemaal naar het noorden via de oostkust van het zuider eiland. En dan heb ik elke uithoek van Nieuw-Zeeland wel zo'n beetje gezien.

Foto’s

4 Reacties

  1. Pap:
    16 april 2014
    Mooi verhaal Daan met weer veel belevenissen. Steilste straat zou ik wel eens tegenop willen fietsen. Het schiet op in de tijd. Voordat je het weet ben je weer in het platte Nederland, dus geniet er nog even van.
  2. José:
    16 april 2014
    De meeste verhalen hadden we al van je gehoord, maar niet die van het verkleden in het museum! Laat je ook nog een foto zien waarop de kilt aan hebt? Ik ben benieuwd!
    De andere foto's zijn echt schitterend!
  3. Leonie:
    16 april 2014
    Klinkt weer als een topmaand! Veel plezier weer de komende tijd!
  4. Anja:
    17 april 2014
    Leuk geschreven Daan! Weer van alles meegemaakt dus.
    Heb je wel gezocht naar de vogel kiwi of was je op zoek naar het fruit ;)
    Geniet nog flink van je tijd daar.

    Groetjes,
    Anja